Zakelijke gegevens;

A) 'Dit is geen dagboek'.

B) Erna Sassen.

C) Noordhoff Uitgevers BV Groningen/Houten - 2011 - 128 bladzijden.

 

Samenvatting van het boek;

Het boek gaat over Boudewijn, een rustige jongen van 16 jaar die na de zelfmoord van zijn moeder in een soort van 'depressie' raakt.

Hij heeft nergens zin in, is snel moe en gaat nauwelijks meer naar school, hij zit in leerjaar 5 van gymnasium.

Zijn moeder had een paar jaar geleden zelfmoord gepleegd door voor een NS-trein te spingen.

Altijd had Boudewijn het meest medelijden met de schoonmakers van de NS die zijn moeder onder de locomotief vandaan moesten krabben, hij had nieteens zoveel medelijden met zijn moeder, door de woede die hij voelt.

Boudewijn heeft ook een zusje van 7, genaamd Doroloris en haar roepnaam is Pluis.

Zij lijkt de enige met wie hij nog een band heeft, als hij bij haar is, voelt hij zich veilig.

Ook slaapt  hij bij haar en zit soms uren naar haar te kijken; het geeft hem een fijn en veilig gevoel, net alsof de rest van de wereld hem niets uitmaakt en niet bestaat.

Dit tot de grote ergenis van zijn vader, hij heeft door dat het slechter gaat met Boudewijn en doet hem een voorstel: 'je laat je opnemen in een psychiatrische inrichting of je schrijft een schrift  vol met dingen die je meemaakt, voelt en luister naar de cd's die ik je geef'.

Hij kiest voor het volschrijven van het schrift en begint met forse tegenzin aan zijn 'strafwerk', een dagboek mocht het niet worden, dat wist hij zeker.

Maar uiteindelijk word het toch wel een dagboek en het schrijven begint als een uitlaatklep te voelen voor de vele emoties en frustraties die hij jaren lang heeft opgekropt rond zijn geestelijk zieke moeder.

De eerste dagen in het dagboek schreef hij nauwelijks wat, verderop kan hij beter met zijn gevoelens omgaan en die beschrijven.

In het dagboek, wat Boudewijn eigenlijk geen dagboek noemt, kom je erachter dat hij boos en verdrietig is op zijn moeder en zegt soms gemene dingen over zijn moeder.

Twee andere belangrijke personen in het leven van Boudewijn zijn z'n oma en tante Marjan.

Tante Marjan is degene die toen zijn moeder er niet meer was, voor hun zorgde en het huishouden lopend hield.

Ook komt er een meisje in het leven van hem, ze heet Pauline en ze leren elkaar kennen op school.

Ze maakte een verpletterende indruk op hem, hij voelt zich bij haar op zijn gemak, vooral omdat ze hem geen lastige vragen stelt.

Hij durft zich niet aan haar te binen en ze schrikt hem af op het moment dat ze over seks begint, na de kwetsende opmerking die Boudewijn Pauline gaf, ging het uit.

Achteraf had hij veel spijt van hoe het was gegaan en beschoot zijn zusje om hulp te vragen en zij zei dat hij het goed moest maken.

Hij besloot haar een brief te sturen, had hem geschreven, maar stelde het verzenden ervan steeds uit, totdat Pluis hem post en hij bij Pauline aankomt.

Niet lang daarna krijgt Boudewijn antwoord van Pauline en in de vele brieven die volgen, praatten ze alles uit en is alles weer goed.

Boudewijn besluit op de 45e geboortedag van zijn moeder een advertentie te plaatsen in de plaatselijke krant.

Het werd een stuk waarin hij alles duidelijk beschreef over welke vragen er in zijn hoofd rondspookten in de tijd dat zijn moeder zich voor de trein gooide; waarom had ze dit gedaan? Waarom stapte zijn moeder uit het leven? En waarom liet zij zo ineens iedereen in de steek?

Boudewijn heeft nog steeds geen respect voor de keuze die zijn moeder gemaakt heeft, hij vind het echt een kutstreek van zijn moeder.

Het verhaal eindigt op 25 april, Boudewijn en zijn vader zijn het met elkaar eens; 'zo'n slecht idee was het volschrijven van een schrift nu ook weer niet'.

Dit verhaal gaat over een normale middelbare schooljongen die na de zelfmoord van zijn moeder, er langzamerhand toch weer bovenop komt en normaal leeft.

Dit boek heeft flashbacks en tijdsprongen.

 

Over de auteur;

Erna Sassen is geboren op 26 april 1961 in Beverwijk.

Na het VWO heeft ze een opleiding gevolgd aan de theaterschool van Amsterdam.

Ook speelde ze in musicals en heeft ze zelf vier eigen voorstellingen gemaakt voor volwassenen.

Haar eerste boek dat uitkwam, was een kinderboek; 'De gemeenste opa van Europa', deze kwam in september 2004 uit.

Vroeger had ze altijd gedacht 'tropenarts' te worden, toen actrice en nu is ze dus schrijfster.

Ze is getrouwd, heeft twee kinderen en woont momenteel in Haarlem met haar gezin.

 

Over het boek;

A) Op de voorkant van het boek staat een jongen die in een schrift schrijft met een pen, dat past goed bij dit verhaal aangezien het over een jongen gaat die een dagboek bijhoudt.

B) Het boek is aan niemand opgedragen.

C) Boudewijn's huis en het fietsenhok;

Boudewijn zit als het kan de hele dag op zijn slaapkamer en komt er niet zo snel af.

In het fietsenhok spreekt hij altijd af met Pauline, om te praten of om te roken

D) Het verhaal is geschreven vanuit de ogen van Boudewijn, het is een dagboek en hij is de enige die daarin schrijft.

E) Het boek heeft een open einde, want Boudewijn schrijft: 'Het was eigenlijks niet eens zo'n slecht idee van mijn vader om een dagboek bij te houden, ik ga morgen een nieuwe kopen (of volgend jaar)'.

Je weet niet of het nog lang aanblijft tussen Pauline en Boudewijn en of hij er weer helemaal bovenop komt, dat hij alles weer wil en kan doen.

 

Leeservaringen;

Het onderwerp van het verhaal sprak me best wel aan, omdat ik wel wou weten hoe iemand in een dagboek schrijft nadat zijn moeder zelfmoord heeft gepleegd.

Het boek heeft me geen nieuwe kanten van het verhaal laten zien, ik had aan de ene kant wel gedacht dat iemand zich zo zou voelen.

Ik ben door het verhaal niet aan het denken gezet, want ik kan me wel voorstellen wat iemand voelt als zijn of haar moeder er niet meer is. 

Ja, van tevoren had ik bedacht dat Boudewijn er wel weer bovenop zou komen, dat is ook gebeurd.

Ik ben door het verhaal niet anders naar het onderwerp gaan kijken, ik had al verwacht dat het zo was.

Ik vind dat de kant van Boudewijn uitvoerig word besproken, maar die van zijn vader niet. Het lijkt me dat de vader van hem er even erg meezit met de zelfmoord van zijn vrouw.

Het verhaal bevat genoeg gebeurtenissen om je te blijven boeien, je wilt de dag erop weten of het de goede kant op gaat met Boudewijn.

Er zit genoeg tempo is het verhaal; het grootste verschil tussen de dagboekfragmenten was maximaal een paar dagen.

De gebeurtenissen zijn geloofwaardig, de schrijfster beschrijft het zo goed dat het haast in je eigen leven kan gebeuren.

Nee, de gebeurtenissen zijn niet herkenbaar.

Het gaat om de gedachte en gevoelens van de persoon, hij schrijft alles wat hij denkt en voelt op een rijtje.

Het zijn levendige personages, het is een realistisch verhaal.

Je kunt je goed verplaatsen in de hoofdpersoon; hij schrijft alles op in een schrift, dus je weet alles.

Nee, ik zou niet op Boudewijn willen lijken, want ik ben blij dat ik nog een moeder heb en dat die er nog is, daarom is hij mijn held niet en wil ik ook niet met hem ruilen.

Ik vind dat Boudewijn zich anders moet gedragen en niet boos moet zijn op zijn moeder; zijn moeder was 'ziek' in haar hoofd dus hij kan haar niets kwalijk nemen, ze was zichzelf niet meer.

Ja, ik vind dat je genoeg komt te weten over de personen in dit boek, vooral over Boudewijn omdat je in zijn 'dagboek' leest.

Boudewijn veranderd doordat hij in het dagboek moet schrijven van zijn vader, dus dat hij het aanneemt omdat hij geen andere keus heeft.

 

Verwerkingsopdracht;

Ik heb verwerkingsopdracht; 'Beschrijf wat het probleem van de hoofdpersoon is, hoe deze in de loop van het verhaal veranderd en hoe het aan het eind van het verhaal staat met het probleem'.

 

Het probleem van Boudewijn is dat hij na de (zelf)dood van zijn moeder, nergens meer zin in heeft; niet naar school, niet naar buiten, hij wil alleen maar bij zijn zusje zijn en met haar spelen omdat dat hem een veilig gevoel geeft.

In het verhaal blijft dat hetzelfde totdat hij een vriendinnetje krijgt; Pauline, hij voelt zich gelukkig en gaat weer naar school om haar te kunnen zien.

Maar door een misverstand krijgen hij en Pauline een 'ruzie' en gaat het weer een stukje slechter met hem. 

Toen werd het vakantie en Boudewijn schreef een brief voor Pauline  en wou haar dat de eerste schooldag na de kerstvakantie aanbieden, maar Pauline bleek afwezig te zijn.

Boudewijn hoorde van zijn mentor dat ze opgenomen is in het ziekenhuis voor onderzoek en hij vreest het ergste.

Gedachtes als leukemie en kanker spookten door zijn hoofd, maar tot zijn ´opluchting´ had Pauline een ernstige vorm van de ziekte van Pfeiffer.